De RCMA is een veelzijdige modelvliegclub. Vele soorten modellen zijn bij ons van harte welkom. In grote lijnen betreft dit:
Veruit de grootste categorie modelvliegtuigen op ons veld betreft de vleugelmodellen met een modelmotor. Binnen deze categorie zijn diverse soorten modellen te onderscheiden, zoals trainers, kunstvluchtmodellen, schaalmodellen enz.
De meest gebruikte motoren zijn elektromotoren. Deze zijn gemakkelijk en schoon in het gebruik en hebben een lager geluidsniveau dan brandstofmotoren. Daarentegen zijn toch veel modelvliegers nog steeds verknocht aan de karakteristieke brandstofmotoren.
Voor veel vliegers, ook bij de RCMA, is het vliegen met zweefmodellen de optimale vorm van ontspanning. Want het is heerlijk om je model relaxed in het grote luchtruim te zien zweven waarbij de enige (positieve) spanning het vinden van een thermiek bel is. Thermiek is opstijgende lucht waardoor het model omhoog gestuwd wordt en je dus langer kunt vliegen. Mis je net die ene bel dan hebben veel zweefmodellen een hulpmotor, meestal elektrisch, waardoor je met behulp daarvan weer hoogte kunt winnen en dus langer kunt vliegen (waarbij de enige beperking dan de inhoud van je accu is).
Er zijn dus ook zeefvliegmodellen zonder motor. Enkele daarvan zijn de zogenaamde DLG-modellen (zie hieronder) maar ook andere zwevers, soms heel grote, vliegen zonder motor. Om deze modellen omhoog te brengen wordt gebruik gemaakt van de bungee start met een lange lijn met een flink stuk elastiek of door middel van een lier. Of met een sleepmodelvliegtuig, net als bij bemande zweefvliegtuigen, of op de rug van een motor modelvliegtuig. (huckepack).
Er is een betrekkelijk groot aantal DLG-vliegers bij de RCMA. Bij deze klasse wordt met de hand gelanceerde, radiografisch bestuurbare zweefvliegtuigen gevlogen. Dit zijn superlichte modellen, vaak (deels) gemaakt van carbonfiber. Geoefende vliegers kunnen hun model door hun uitgekiende tactiek wel tot 60 meter hoogte zwiepen. Heel spectaculair.
De truc bij het vliegen is om warme opstijgende lucht te vinden, thermiek. De DLG-modellen zijn zo licht dat elk kleine beetje lift voldoende is om hogerop te komen, maar het is een hele kunst om in de lucht te blijven! Een gemiddeld model met een gemiddelde piloot kan na een worp zonder thermiek ongeveer anderhalve tot twee minuten in de lucht blijven. Met thermiek kun je echter heel lang boven blijven, tot je accu leeg is!
De officiële spanwijdte voor DLG-modellen is 1,5 meter. Maar er zijn verschillende modellen op de markt die kleiner zijn. Vaak hebben die dan een spanwijdte van 1 meter. Mocht je nu eens willen proberen hoe zo’n kleiner en eenvoudiger model vliegt dan is de MIMI een heel goed beginnersmodel. Dit model wordt tijdens de RCMA-winterprojecten zo nu en dan door sommige leden gebouwd.
Een modelhelikopter is een kleine helikopter, die radiografisch wordt bestuurd Het vliegen met een modelheli vergt veel oefening. Afhankelijk van de tijd die men in deze hobby steekt, kan het enige jaren duren om op een redelijk niveau te kunnen vliegen. De prijzen van de modellen variëren van enkele tientjes voor de zeer eenvoudige tot enkele duizenden euro's voor de grotere gecompliceerde modellen. Voor wie overweegt om serieus het vliegen te leren kan bij de RCMA terecht om vlieglessen te krijgen. Een modelhelikopter wordt aangedreven door een elektro- of verbrandingsmotor, meestal met methanol of benzine. Een elektroheli beschikt over een accu. De modellen variëren in grootte vanaf ca. 1 meter tot 3 m rotor diameter.
Een multirotor wordt in de volksmond vaak een drone genoemd, maar deze benaming is in feite een verzamelnaam voor alle modellen die al dan niet zelfstandig kunnen vliegen.
Vrijwel iedereen kan zonder enige oefening vliegen met een multirotor met GPS, maar als om wat voor reden dan ook dit systeem het laat afweten, dan komt de ware stuurmanskunst om de hoek kijken.
Bij de RCMA leer je voor het KNVvL brevet vliegen zonder GPS, ook bij behoorlijke windsnelheden en is deze kennis en kunde ook een goede voorzet om met andere modellen te gaan vliegen.
DE RCMA is geen eenkennige club want in principe laat de club, wanneer de modellen op ons veld kunnen en mogen vliegen, graag alle takken van modelvliegsport toe. Dat geldt b.v. voor lijnbesturing hoewel daar geen radiobesturing aan te pas komt. Zodoende hebben wij ook enkele LB-vliegers in onze gelederen.
Lijnbesturing was halverwege de 20e eeuw de bakermat van het bestuurd modelvliegen. Het betreft in deze tak van sport modellen die, afhankelijk van de inhoud van de motor, aan twee dunne stalen stuurlijnen van 10 tot 20 meter lengte in een cirkel rond de bestuurder vliegen. Het positief spannende van deze tak van modelvliegsport is dat het de kunst voor de vlieger is om tijdens de meest moeilijke situaties zoals kunstvluchtfiguren te allen tijde voldoende lijntrek en snelheid te houden om niet te crashen. Want de grond is nooit verder dan 20 meter verwijderd!
Ook bij het lijnbestuurd vliegen zie je steeds meer elektromotoren.
Motoren met straalaandrijving worden bij ons in verband met het geluidsaspect niet toegelaten. Het betreft hier zowel modellen aangedreven door turbinemotoren als modellen voorzien van pulse-jets.